Heeft u dit ook wel eens? U ziet een betaling van de Belastingdienst maar weet niet wat het is. Via de rekenhulp van de Belastingdienst kunt u uw betalingskenmerk invullen. Druk vervolgens op ‘Geef aangifte-, aanslag- of beschikkingsnummer’. U ziet nu de letter en vervolgens de status- en periodecodes. In onderstaand overzicht kunt u opzoeken wat deze letters, status en periodecodes betekenen.
Belastingletters
Inkomstenbelasting en Zorgverzekeringswet
H – Inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
N – Inkomstenbelasting (gemoedsbezwaarden)
W – Zorgverzekeringswet
Loonbelasting
L – Loonheffing
A – Naheffingsaanslag loonheffing
J – Teruggave loonheffingen – bijdrage zorgverzekeringswet
Motorrijtuigenbelasting
M – Motorrijtuigenbelasting
Y – Naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting
Omzetbelasting
B – Omzetbelasting
F – Naheffingsaanslag omzetbelasting
O – Omzetbelasting teruggaaf
Toeslagen
T – Eindigend op een 1, Kinderopvangtoeslag
T – Eindigend op een 2, Huurtoeslag
T – Eindigend op een 3, Zorgtoeslag
T – Eindigend op een 4, Kindgebonden budget
Vennootschapsbelasting
V – Vennootschapsbelasting
Vermogensbelasting
K – Vermogensbelasting
Overige
Z – Overige
Statuscodes
0 t/m 5 = voorlopige aanslag (1e t/m 5e)
6 = definitieve aanslag
7 t/m 9 = navorderingsaanslag (1e t/m 3e)
Periodecodes
21 = 1e kwartaal
24 = 2e kwartaal
27 = 3e kwartaal
30 = 4e kwartaal
400 = heel jaar
500 = heel jaar
01 t/m 12 geeft aan welke maand het is.
Het eerste cijfer is tot wel jaar het betrekking heeft dus 4=2014, 5=2015, 6=2016 en verder.