Ondernemers die in een jaar weinig belasting betalen hebben recht belastingvermindering in de omzetbelasting. Deze regeling geldt per ondernemer, dus als u meerdere ondernemingen heeft moet u de bedragen van de aangifte omzetbelasting bij elkaar optellen. Daarna kunt u zien of u alsnog in aanmerking komt voor belastingvermindering.

 

Om in aanmerking te komen voor de kleine ondernemersregeling moet er aan een aantal voorwaarden worden voldaan.

Voorwaarden:
– u moet een bedrijf hebben met uitzonderingen van rechtspersonen (zoals bv’s, stichtingen en verenigingen)
– het te betalen bedrag aan btw moet minder zijn dan € 1.883 in een jaar.
– uw bedrijf is gevestigd in Nederland.
– u voldoet aan de administratieve verplichtingen die de btw heeft.

Moet u € 1.345 of minder betalen dan hoeft u dus geen btw te betalen, heeft u dit wel betaald dan kunt u alsnog de kleine ondernemersregeling terugvragen via een suppletie.
Indien u aan btw heeft betaald dat tussen € 1.883 en € 1.345 ligt dan kunt u een rekensom maken zodat u een gedeelte van de btw kunt terugvragen van de Belastingdienst.

Uitzonderingen:

Verleggingsregeling en kleine ondernemersregeling
U hebt recht op de kleine ondernemersregeling maar u moet de verlegging wel meenemen in de berekening. Wanneer u inkopen/uitbesteed werk verlegd heeft (die wordt ingevuld in vraag 2a) wordt normaal de btw berekenend bij vraag 2a en de voorbelasting 5a weer terug, per saldo is dit nul. Maar voor de kleine ondernemersregeling moet in de berekening alleen de verlegde-voorbelasting meegenomen worden.

Voorbeeld 1:
Een timmerman heeft een grote klus en huurt hiervoor een onderaannemer in. De onderaannemer stuurt een verlegde factuur aan de timmerman.

De totale omzet is € 40.000 (8.400 btw) en de voorbelasting is € 5.470 en verlegd is € 6.000 (1260 btw).

Betalen btw                                        8.400

Voorbelasting            5.470
Verlegd                      1.260
                                                          6.730
Btw-bedrag                                        1.670
Kleine ondernemersregeling                533               (2,5 x (1.883 – 1.670))
Te betalen                                         1.137

Hier geldt dat de kleine ondernemersregeling berekend moet worden.

Voorbeeld 2:
Een onderaannemer krijgt klussen van een andere ondernemer. Hij factureert omzet verlegd.
Voor de berekening van de kleine ondernemersregeling moet hij het bedrag meenemen met zijn omzet 21%.

De volgende berekening krijg je dan.
Omzet met 21% is € 10.000 en omzet verlegd is € 5.000. Het te betalen btw is 10.000 + 5.000 = € 15.000 * 21% = 3.150

Btw 21%                      3.150
Voorbelasting              1.250
Te betalen                   1.900

Hier is geen recht op kleine ondernemersregeling!

Buitenland (binnen EU) en kleine ondernemersregeling

Wanneer u goederen heeft ingekocht uit landen binnen de EU dan kunt u voor de kleine ondernemersregeling de voorbelasting aftrekken maar het te betalen bedrag niet.

Dit is net zoals bij voorbeeld 1 bij de verlegde btw. Daar wordt ook de betaalde btw verlegd niet meegenomen maar wel bij de voorbelasting.

Kleine ondernemersregeling